logo regionale samenwerking Amsterdam-Amstelland & Zaanstreek-Waterland

Jeugdhulp regionale samenwerking
Amsterdam-Amstelland &
Zaanstreek-Waterland

Bericht geplaatst op: 2 november 2020

Sinds kort organiseert de afdeling Jeugd meet & greets rond projecten die vanuit het programma Transformatie Jeugd worden uitgevoerd. De digitale bijeenkomsten zijn speciaal bedoeld om professionals te informeren over de laatste stand van zaken. Op 20 oktober 2020 trapte projectleider Mariska van der Steege als eerste af. Zij nam aanwezigen mee in het project Voorkomen crisisplaatsingen. 75% van de kinderen die op een crisisbed komen, stromen door naar een langdurige opname in een instelling. Door in te zetten op preventie en op weer terug naar huis vanuit een crisisbed, proberen we het aantal crisisopnamen te verminderen.

 

Waar staan we op dit moment met project Voorkomen crisisplaatsingen?

Mariska: “Mijn belangrijkste opdracht is om het aantal crisisverblijven de komende tijd te verminderen. Daarbij heb je het dan heel simpel over het aantal kinderen dat crisisbedden bezet houdt. We willen het liefst geen kinderen meer op residentiele plekken – alleen als het echt even niet anders kan. Een kind is beter af als het kan terugkeren naar de eigen omgeving, of naar een andere gezinssituatie. We hebben ons voorlopig ten doel gesteld om het gebruik van de crisisopvang met 25% te reduceren.”

Hoe ga je dat doen?

Mariska: “Het vraagstuk is natuurlijk niet nieuw. Het speelt al langere tijd. We gaan nog meer dan voorheen inzetten op gerichte samenwerking tussen partijen. De kans van een crisissituatie kun je ook gebruiken om maatwerk te leveren. Dat deden we voorheen wellicht nog niet vaak genoeg. Om ons doel te bereiken, werken we nu met drie deelexperimenten. Het eerste experiment is gericht op samenwerking met de aanbieder van de crisisbedden, Levvel. In experiment twee zullen we met JBRA bekijken hoe we het aantal aanvragen voor crisisverblijf kunnen terugbrengen. En tot slot willen we met het Spoedhulp Light experiment meer gebiedsgericht gaan werken. Meer specialistische jeugdhulp beschikbaar in de buurt.”

Wat is er op dit moment te melden over de samenwerking met Levvel?

Mariska: “We willen graag gezamenlijk de doorstroom verbeteren. Dat kun je doen door een maximale verblijfsduur in te stellen. Een kind moet zo snel mogelijk terug naar de eigen omgeving. Gezamenlijk willen we de verschillende werkprocessen beter stroomlijnen. We gaan nog meer dan voorheen inzetten op maatwerk. We zijn nu druk bezig om een aanpak te ontwikkelen in samenwerking met professionals van Levvel, aan de hand van casuïstiek. We vragen onszelf continue af waar we als professional invloed op hebben. Wat is acute zorg? Wat houdt dit vak, deze specifieke zorg precies in? Wat kunnen we beter en anders doen? Wat voegen wij toe aan de hulp die het gezin reeds ontvangt? Dit eerste deelexperiment komt op gang.”

En hoe ziet de samenwerking met het JBRA er op gebied van crisisplaatsing op dit moment uit?

Mariska: “JBRA is al lange tijd bezig de methodiek/benadering FFPS in te voeren. Een eerste voorzichtige conclusie? Minder kinderen op een crisisplek heeft vaak te maken met de manier van handelen van een gezinsmanager in een geval van bijna crisis. Met vijf gezinsmanagers hebben we een aantal casussen helemaal uitgespit. Wat gebeurde er? Op welk moment nam je welke beslissingen? Welke acties ondernam je om uitplaatsing te voorkomen? Dat leverde interessante inzichten op. Die zijn we nu aan het verzamelen in een overzichtelijk document, dat we binnenkort graag met de buitenwereld willen delen.”

Diezelfde vraag stellen we natuurlijk ook voor het derde experiment, expertise over acute zorg eerder benutten.

Mariska: “Dat experiment is nog in de verkennende fase. Daar kan ik nog niet zo heel veel over melden. Voor alles zijn we nu aan het analyseren wat werkt in een crisissituatie. We willen de professional extra handvatten bieden. Maar we kijken ook naar wat al goed ging. In het hele traject stellen we de ontwikkeling van de professional centraal. We zoeken nog meer dan voorheen de verbinding met wat een ouder en kind zelf belangrijk vinden. We willen er ook voor zorgen dat dit specialisme voorhanden is in die gevallen dat het echt nodig is. Hier tussendoor loopt overigens nog een fusie tussen Spirit en De Bascule. Ook daar moeten we in dit traject rekening mee houden.”

Waar komt het getal van 25% reductie vandaan?

Mariska: “Dat is arbitrair gekozen. We weten nog niet of het haalbaar is. Misschien is het mogelijk in de groep in de leeftijd van 12-.

We hebben in de uitvoering wel te maken met clientenstops en budgetplafonds!

Mariska: “Daar heb ik zelf nog geen ervaring mee tot nu toe. Ja, er is schaarste, en ja, er zijn soms plekken niet voorhanden. Maar ik denk dat er mogelijkheden zijn om in een vroeg stadium terug te plaatsen. Die mogelijkheid bekeken we in het verleden niet altijd. Vroege terugplaatsing kan wellicht vaker een optie zijn als je goede, intensieve en langer durende thuisbegeleiding organiseert.”

Dit vraagstuk bestaat al lang. Waarom gaat deze aanpak werken?

Mariska: “ Ik loop al heel lang mee in de jeugdhulp. Ja, het is een oud en taai vraagstuk. Ik probeer het zo dicht mogelijk te houden bij de professional die het allemaal moet doen, dat is mijn inzet. Ik denk dat je daar het verschil mee kunt maken.”

 

Zie ook https://www.zorgomregioamsterdam.nl/transformatieplan/