logo regionale samenwerking Amsterdam-Amstelland & Zaanstreek-Waterland

Jeugdhulp regionale samenwerking
Amsterdam-Amstelland &
Zaanstreek-Waterland

Op vrijdag 2 februari vond in het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) de conferentie Jeugdhulp: het resultaat telt! plaats. Ruim 250 aanbieders uit de regio, vertegenwoordigers van gemeenten, verwijzers en andere genodigden werden geïnspireerd tijdens het plenaire programma onder leiding van Lucia Rijker of één van de deelsessies.

De dag start met een panelsessie. Na een wervelende basketbalshow vraagt Lucia Rijker de panelleden Linda Bijl (Familysupporters), Mariënne Verhoef (Spirit), Jos Smeijer (Ouder Kind team Amsterdam), Rian Loonen (Jeugdteam Oostzaan en Wormerland), Simone Kukenheim (wethouder Amsterdam) en Jeroen Olthof (wethouder Zaanstad) wat er goed gaat en wat er beter kan. Loonen is blij dat er korte lijnen met de gemeenten zijn en dat er een professioneel team staat met verschillende expertisen. ‘We zijn immers gezamenlijk verantwoordelijk!’. Bijl geeft aan blij te zijn als verwijzers en aanbieders dezelfde SPIC kiezen, en cliënten kunnen helpen. ‘Wat we doen biedt veel kansen, maar we hebben het nu wel heel ingewikkeld gemaakt, dat is een risico’. Wethouder Kukenheim spreekt haar bewondering uit voor de teams en specialistische jeugdhulpaanbieders. ‘De meest kwetsbare jongeren worden geholpen, het lukt steeds beter om die kinderen door een moeilijke periode heen te brengen.’

Het verslag gaat verder onder de foto’s

Op de vraag wat kan er beter, antwoordt Smeijer: ‘Kleine dingen klein houden, dingen simpel houden.’ Verhoef geeft aan dat het belangrijk is dat de hulpverlener er echt voor het kind is en voor het kind gaat. Dat vraagt veel van ieder persoonlijk in het contact met de jongeren.

Wat hebben de panelleden van elkaar nodig om tot effectieve samenwerking te komen?

Wethouder Olthof: ‘Vertrouwen. We moeten blijven investeren in vertrouwen. Vooral in de expertise en inschattingsvermogen van de professional om de juiste keuzes te maken. Vertrouwen dat je met elkaar meer kan bereiken dan ieder op zich en als gemeente: op tijd loslaten.’

Smeijer geeft aan dat ook vertrouwen in de jeugd en ouders belangrijk is, samen moeten we een resultaat behalen.

Uit de zaal komt de vraag: Wat is een resultaat?

Kukenheim: ‘Het resultaat hoeft niet altijd bij het kind te liggen. Het oplossen van schulden of het vinden van een woning voor een gezin kan ook een resultaat zijn waardoor het beter gaat met een kind’. Smeijer sluit zich daarbij aan en geeft aan dat belangrijk is om te kijken naar wat haalbaar is voor het gezin.

Inspiratiesessies

Tijdens de panelsessies worden de aanwezigen geïnspireerd door voorbeelden uit andere sectoren waar samenwerking tot een mooi resultaat leidt. Zo kunnen de deelnemers aan de sessie van Piet van Gennip (directeur van het Ballet Orkest) ervaren hoe tegelijk ademen leidt tot een optimaal resultaat. Vertrouwen in elkaars expertise en talent, een gezamenlijke grondtoon, flexibiliteit en respect voor ieders rol blijkt in de samenwerking tussen orkest en ballet net zo belangrijk als in de jeugdhulp. Saskia van den Muisenberg neemt de deelnemers mee in de wereld van biomimicry om uit te leggen wat wij van de natuur kunnen leren over samenwerking. In een ecosysteem zijn alle schakels belangrijk, daarom moeten we zogenaamde ‘sleutelsoorten’ overeind houden. We mogen ze niet laten verdwijnen: ze zijn te belangrijk voor het ecosysteem. Lucia Rijker deelt tijdens haar sessie persoonlijke ervaringen uit de praktijk. Dit leidt tot een intiem gesprek over gevoel en over de verantwoordelijkheid die men zelf neemt, plus de ruimte de we aan anderen geven. Soms is dat een complex geheel.

Plenaire afsluiting

Minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport sluit einde van de middag aan om samen de mooie mijlpaal te vieren. Hij weet dat er in de regio hard is gewerkt om de transitie vorm te geven. De minister geeft een korte samenvatting van de recent verschenen tussenevaluatie jeugdhulp. Uit de evaluatie blijkt dat er werk aan de winkel is, bijvoorbeeld op het gebied van toegang tot zorg en het verbeteren van werken over de domeinen heen. Ook ervaren professionals nog onvoldoende ruimte.

Maar bij alles wat anders en beter moet, merkt de minister op dat het goed is de film terug te draaien naar vóór 1 januari 2015: ‘Het was een ingewikkelde situatie, met verschillende loketten en petten. Gemeenten en aanbieders hebben hard samengewerkt om ervoor te zorgen dat de jeugdhulp goed zou verlopen. Dat kost tijd. Volgens Minister De Jonge ‘moeten we goed voor ogen blijven houden waar we het voor doen. Wetten geven geen zorg, mensen geven zorg’.

Wethouder Kukenheim geeft aan trots te zijn op de regio, omdat er heel hard gewerkt is. Ze vertelt dat we al heel veel kunnen en doen. ‘Zo hebben we in Amsterdam net de eigen bijdrage voor kwetsbare jongeren van 18+ weggenomen en onderwijs zorgarrangementen ingekocht. Daarnaast doen we veel onderzoek met de kennisinstellingen en academische instellingen om te kijken wat werkt.’ Wel vraagt Kukenheim de minister graag nog aandacht voor het versterken van domein overstijgende samenwerking. Ook willen we dat de participatie goed georganiseerd is met Werk Participatie en Inkomen, zoals bijvoorbeeld de schuldhulpverlening. Ook de volwassen GGZ blijft een aandachtspunt.

Wethouder Kukenheim vraagt de minister om meer financiële ruimte. Met de regio is de minister al intensief in gesprek over budgetten. Minister de Jonge: ‘Ik hak het in drie stukken. Het eerste stuk gaat om budgetverdeling. Gemeenten hebben zelf de bewegingsvrijheid om met de budgetten voor WMO, participatie en jeugdhulp te schuiven. Als er op de ene post wat te kort komt, dan vul je dat aan uit de volgende, dat moeten jullie zelf weten. Het tweede stuk is de ruimte die ontstaat door effectiever te werken en kosten te besparen. En dan blijft er een derde stukje over, dat is een mogelijk tekort, en daarover ga ik graag met u in gesprek. En nu stop ik ermee, anders komt Jeroen Olthof op het toneel’.

Minister De Jonge geeft aan dat domein overstijgende samenwerking een goed doel is, maar wel lastig om te realiseren. Natuurlijk moeten in de wijken alle expertises bij elkaar komen, maar de ervaring leert dat dat niet makkelijk is. Natuurlijk is er nog een en ander te verbeteren in de jeugdhulp, maar deze regio mag trots zijn op wat al bereikt is!