logo regionale samenwerking Amsterdam-Amstelland & Zaanstreek-Waterland

Jeugdhulp regionale samenwerking
Amsterdam-Amstelland &
Zaanstreek-Waterland

“Wat verwacht je van deze bijeenkomst, heb je vragen en ideeën? Schrijf ze op een geeltje en plak ze op deze flipover”. De ontvangst van de ca 30 coördinatoren van de lokale teams uit de regio in de bovenste zaal van het prachtige oude bondskantoor van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond, De Burght, was hartelijk en de vaart zat er meteen goed in. De flipover raakte aardig vol.

Angela Habets, adviseur lerend ontwikkelen, opende de bijeenkomst en heette iedereen van harte welkom. “Ik ben blij met deze grote opkomst. Dit is de start van een periode waarin we ons voorbereiden op een belangrijke verandering in de werkwijze binnen de jeugdhulp in onze regio. We werken toe naar een jeugdhulpverlening waar de ondersteuningsbehoefte van het gezin voorop staat en we – samen met aanbieders waarvan één hoofdaannemer per gezin – meer resultaatgericht gaan werken. Stapeling van hulp en onduidelijke verantwoordelijkheden zijn straks verleden tijd”.

Belangrijk middel in de nieuwe werkwijze is het perspectiefplan dat een gezin – voor zover mogelijk – zelf opstelt. Het gezin betrekt hierbij de eigen omgeving. Vanuit de hulpverlening komt er één hoofdaannemer die verantwoordelijk is voor een goed resultaat voor wat betreft de specialistische jeugdhulp. Aldo van Voorn, een van de vier projectleiders van de vernieuwing in de jeugdhulp, presenteerde deze nieuwe werkwijze op hoofdlijnen. Hij lichtte toe wat daarvan al vaststaat en waar ervaringen en denkwerk nodig is van uitvoerders om nog in te vullen.

Na een korte koffiepauze, gingen de deelnemers in vier groepen met elkaar in gesprek. Aan de hand van de hoofdvraag – er komt een gezin binnen met een hulpvraag – werd verkend wat nieuw en wat bekend is, en waar behoefte aan is. De gesprekken waren pittig, informatief en zeer nuttig. Vragen werden opgehaald en onduidelijkheden bloot gelegd. Aanwezigen realiseerden zich ook dat de vernieuwing goed aansluit op de huidige manier van werken en het verbeteringen met zich mee zal brengen.

Vertrouwd is bij een groot deel van de aanwezigen onder andere het werken met plannen, het betrekken van het hele gezin en de omgeving, en het opdrachtgeverschap richting aanbieders. Wat wel even anders zal gaan is het inhoudelijk gesprek met de aanbieder over het bepalen van de intensiteit. Hoe doe je dat, een goed gesprek waarbij je – nog meer dan voorheen – de regie legt bij het gezin en tegelijk verwachtingen managet? Hoe stel je helder meetbare resultaten op met de aanbieder en stuur je actief op die resultaten? Wat als tijdens het traject blijkt, dat de resultaten niet haalbaar blijken? Verandert de hoofdaannemer als er moet worden opgeschaald? Hoe is de relatie met de huisarts en de GI? Ook werd benoemd dat het prettig is om anderhalf jaar de tijd te hebben voor de implementatie van de vernieuwde werkwijze binnen de lokale teams. En werd benadrukt dat een eenduidige taal binnen de regio wel gewenst is waarbij de aanpak lokaal maatwerk is en blijft.

Met rode wangen van de intensieve gesprekken, met nieuwe contacten rijker, én met een knorrende maag, stortte iedereen zich op de broodjes tijdens de lunch. Daarna waaide de groep weer uiteen, in de vier windrichtingen van de regio. Het was een geslaagde bijeenkomst en er komt spoedig een vervolg. “De materie gaat meer voor mij leven nu”, merkte iemand opgewekt op.