Nieuwe werkwijze na Transformatietafel Verblijf
Zo thuis mogelijk opgroeien, dat is een belangrijk transformatiedoel. In Amsterdam was er tot begin maart een Transformatietafel Verblijf. Aan deze tafel zaten aanbieders, verwijzers en de gemeente als voorzitter. Elke verwijzing van een jeugdige naar specialistische jeugdhulp met verblijf werd kritisch geanalyseerd en voorzien van een advies. In het gunstigste geval was er een alternatief voor uithuisplaatsing. Onlangs is deze transformatietafel geëvalueerd. Frank de Graaff, strategisch adviseur jeugd en vanaf het begin betrokken, vertelt over de ontwikkelingen.
Hoe staat het ervoor?
Frank: “Uit de evaluatie blijkt dat het doel om het integraal kijken te versterken en daarmee samenhangend, een daling van verblijf en van kosten, helaas niet wordt bereikt. De Tafel zit te veel aan het eind van een traject en hulpverleners ervaren het als een belemmering: een administratieve hobbel die genomen moet worden. Dat is niet de bedoeling. Daarom stoppen we met de Tafel. Wel zijn we op zoek gegaan naar een andere werkwijze die meehelpt te voorkomen dat het in gezinnen ernstig ontspoort.”
Wat is er nodig?
“Essentieel in dit proces is vroegtijdig goed analyseren van casussen waarbij integraal wordt gekeken, de blik gericht is op het hele gezin, het netwerk wordt benut en expertise wordt ingezet zodra casussen dreigen ingewikkeld te worden of vastlopen.”
Wat zijn de bevindingen uit de evaluatie?
“In de casuïstiek die we aan de Transformatietafel hebben gezien, gaat het om huiselijk geweld, licht verstandelijke beperktheid en transgenerationele problematiek. Bij driekwart is er sprake van meerdere voorafgaande plaatsingen, met een gemiddelde van vier doorplaatsingen en variërend van 2 tot 14 keer. Een jeugdige en zijn of haar gezin heeft in de besproken casuïstiek met gemiddeld 13 hulp- en dienstverleners te maken. In een kleine 50% is sprake van een brede analyse op alle leefdomeinen. Gezinsgerichte rapportage en inzet van een ondersteunend netwerk gebeurt in ongeveer 30% van deze casussen. Uit de rapportage blijkt dat in geen enkele geval een JIM (Jouw Ingebrachte Mentor) is ingezet.”
Hoe gaan jullie verder?
Frank: “Er is geconstateerd dat het noodzakelijk is dat het integraal betrekken van alle leefdomeinen van een gezin veel eerder een direct onderdeel wordt van het handelen in de uitvoeringspraktijk. Om hierin stappen te zetten, hebben gemeente, aanbieders en verwijzers afgesproken dat elke organisatie een interne trekker aanwijst die dit veranderingsproces binnen de eigen organisatie aanjaagt. We vermoeden dat deze personen op vasthoudende wijze interne hobbels zullen moeten nemen, en hebben hen liefkozend de bijnaam ‘pitbulls’ gegeven.”
Wat is de volgende stap?
De verwijzing, ook als verblijf ingezet wordt, kan vanaf nu weer direct tussen verwijzer en aanbieder verlopen. De ‘pitbulls’ komen op 19 maart voor het eerst bij elkaar om te bespreken wat er nodig is om de nieuwe werkwijze verder te brengen. Het wordt een lerend proces, gefaciliteerd doorde gemeente Amsterdam en het regionale Programma Transformatie Jeugd. We breiden uit naar de regio, want op meer plekken zijn goede initiatieven en tenslotte werken instellingen ook regionaal.”